1. 1. Cursisten verrichten hun werkzaamheden op eigen aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid en houden rekening met medecursisten. (EHBO-doos op de vitrinekast).
   2. Iedere groep heeft een groepsrek, aangeduid met een sticker, in dat rek worden werkstukken opgeborgen en gedroogd. Als de werkstukken “bakdroog” zijn mogen ze naar de ovenruimte, waar ze ingeschreven moeten worden in het logboek. Volg de instructies voor het inschrijven. Plaats dan het werkstuk op de juiste plank (950 of 1050 of 1250).
   3. Elke cursist plaatst het werkstuk, hulpmiddelen en materialenvoorraad in het groepsrek. Groepen zijn zelf verantwoordelijk voor inrichting van het rek.
   4. Elke cursist ruimtzijn/haar werkplek op. De bok, tafel of werkbank geheel stofvrij maken door met een natte doek aftenemen en terugzetten op zijn plek.  Daarna de vloer van je werkplek, het vuil, puin, gruis, stof en klei met een trekker opruimen en opvegen, dit afval kan in de afvalbak. 
   5. Na iedere les wordt met de schrobmachine de vloer van het atelier gedaan. Het is aan de groep om dit samen te organiseren. Na de schrobbeurt graag de machine volgens instructie schoonmaken en met schoonwater gevuld terug op zijn plek zetten.
   6. Er zijn 2 afvalbakken, één voor chemisch-afvalen één voor grof-afval.

   Het chemisch afval als bijv. oxides, pigmenten, resten van patineren moeten apart ingezameld worden, in de container “chemisch afval”. Doe er a.u.b. niet onnodig veel andere troep bij. Deze container gaat naar het afleverpunt “Klein Chemisch Afval” van de Gemeente.   

   Al het overige afval moet in de emmer die na de les leeggegooid moet worden in vuilnis-container van “C.C. Jan van Besouw”, rechtsachter in de foyer deur naar “garage”. Plaats een schone vuilniszak in de emmer.

1. 1. Beeldhouwers kunnen kap-, vijl- en schuur-handgereedschap van Atelier ’78 gebruiken.Het gereedschap is met rood gemerkt en dient na de les op zijn oorspronkelijk plek teruggelegd te worden. Je kunt deze gereedschappen vinden in de kast rechtsachter-in het magazijn en op gereedschap-bord “No 46”, rechtsachter-in in het Atelier. 
   2. De slijpmachines en de sokkelboormachine mogen alleen door docenten of daartoe door het bestuur aangewezen personen worden bediend.
   3. Niet toegestaanis hakken en werken in kwarts-steen zoals zandsteen, cellen-beton, betonsteen, i.v.m. siliciumdioxide (dit is erg schadelijk voor de gezondheid).
   4. Geluidsoverlast en steenstof dient tot een minimum beperkt te worden, boorhamer en slijpers zijn verbodenzowel binnen als buiten. Een gat boren of nat-polijsten met een Dremel mag wel. Houtbewerken in de buitenruimte met een Multi tool is ook toegestaan, al het andere elektrische- motorisch gereedschap is verboden.
   5. In het magazijn liggen ook nog andere gereedschappen, armaturen, afdekzeilen, mallen enz. deze mogen gebruikt worden, maar moeten schoon terug op zijn plek gelegd worden.
   6. Voor het stoken van de ovens, zijn door het bestuur “stokers”aangesteld, alléén zij mogen werkstukken in de oven zetten of eruit halen. Bij bijzondere werkstukken kan de maker gevraagd worden om aanwezig te zijn bij het in- en/of uitladen van het werkstuk.
   7. In de ovens mogen alléén werkstukken van cursisten van Atelier ’78gebakken worden, hiervoor wordt bij de keramisten 20 euro op hun contributie in rekening gebracht. Bij beeldhouwers die ook van de oven gebruik willen maken wordt dit bedrag ook in rekening gebracht.
   8. De werkstukken dienen “bak-droog” in de rekken van het stookhokgezet te worden op de plank met de gewenste baktemperatuur. Geglazuurde werkstukken moeten aangeleverd worden met onderplaten, ter voorkoming van “druipen” op de ovenplaat.
   9. Men moet het werkstuk inschrijven in het logboek, waarin alle kolommen ingevuld dienen te worden. In de laatste kolom wordt de hoogte van het werkstuk gevraagd. Hoger dan 30 centimeter kunnen extra kosten met zich meebrengen. Gebruik hiervoor de meetkast rechtsonder in het rek maar er ligt ook een meetlint om de maat te nemen.
   10. Daarna moet er een kaartje met het volgnummeren de stooktemperatuur bij het werkstuk gelegd worden. De “stoker” zal zo spoedig mogelijk het werkstuk bakken en daarna op de plank “gebakken” zetten. De cursist moet zijn/haar werkstuk binnen 3 weken ophalen. Niet opgehaalde werkstukken worden een maand bewaard en vervolgens verwijderd. 
   11. Keramisten en beeldhouwers die gebruik maken van oxides,pigmenten, zuren e.d. stoffen dienen zich bewust te zijn van feit dat dit schadelijk voor de gezondheid kan zijn. Er moet zorgvuldig mee gewerkt worden. Handschoenen en mondkapje zijn geen overbodige beschermingsmiddelen. Houd afstand, zoek een rustige omgeving op en werk uiterst zorgvuldig. Restanten kunnen in de container chemisch afval, niet door de goot!

Het aanbieden van de werkstukken voor de ovens:

Om te voorkomen dat er lange wachttijden ontstaan werken we met een logboek. Tevens is het mogelijk om cursisten die geen deel uitmaken van de keramiekgroepen te herkennen. De cursisten van de keramiekgroepen betalen een extra bedrag voor het gebruik van de keramiek-ovens, dit is al opgenomen in de contributiebijdrage.

Ook de cursisten van de beeldhouwgroepen schrijven hun werkstukken die gestookt moeten worden, in het logboek. (B.v. model boetseren). Door middel van het logboek kan dan berekend worden wat de extra kosten zijn. Ook de cursisten van workshops en korte cursussen schrijven de werkstukken in.

Werkstukken kunnen volledig gedroogd aangeboden worden in de ovenruimte op de juiste plank voor de aangegeven temperatuur. 

Het stoken gebeurt zoveel mogelijk op volgorde van aanbieden.

• Stap 1 Noteer in het logboek: (zie voorbeeld)
  1. het volgnummer
  2. de datum 
  3. jouw naam
  4. jouw groep
  5. beschrijving van het werk
  6. temperatuur waarop gebakken moet worden.

• Stap 2 Schrijf op een kaartje het volgnummer en de baktemperatuur. 
• Stap 3 Plaats dit kaartje bij je werkstuk.
  • De werkstukken zullen zo spoedig mogelijk gebakken worden. 
  • De ovens worden efficiënt geladen. Niet ingeschreven werkstukken worden niet gestookt.
  • In het voorbeeld kun je zien dat nummer 1, 2, 4, 6 en 8 bij elkaar gebakken worden omdat dit op dezelfde temperatuur gebeurt. De volgende stook wordt dan 3, 5 en 10. Enzovoorts.
  • Na het stoken worden de werkstukken op de plank “gebakken” gezet door de aangewezen “stokers”. 
• Stap 4 Haal de werkstukken zo spoedig mogelijk weer op. 
  • Opslag is alleen mogelijk in de rekken van je eigen groep.

Voor het maken van mallen of het afgieten van beelden wordt veelal gips, cement of was gebruikt. Voor het verwerken van deze materialen geldt grofweg dezelfde aanpak.

Werken met gips en cement:

1. De vloer, de bok of tafel afdekken met zeil (opslagruimte) zodat het materiaal dat tijdens het verwerken valt op de zeilen terecht komt. Dit helpt je nadien als de gebruikte materialen schoon gemaakt moet worden.
2. Een emmer water klaar zetten voor het tussentijds schoonmaken van je gereedschap en bakjes. Er mag geengips of cement door de afvoer worden gespoeld. 
3. Na het maken van de mallen of afgieten de emmer met resten onder het aanrecht plaatsen zodat de zwaardere delen naar beneden zakken. De week na het gieten kun je de bovenste waterlaag voorzichtig in de afvoer gieten en het bezinksel in een vuilniszak scheppen en naar de container brengen.
4. Daar waar gips of cement naast het zeil is terecht gekomen schoonmaken.
5. Bij het verwijderen van het zeil de losse resten in de afvalbak gooien en de vloer schoonmaken. 

Werken met was:

• Zie punt 1, 2, en 5
• De was op een zo laag mogelijke temperatuur smelten om verbranden en irriterende damp tegen te gaan. 
• De was resten die naast het zeil terecht zijn gekomen goed wegschrapen met een plamuurmes. De was resten kunnen niet met water worden verwijderd, dweilen zal niet helpen.

De te gebruiken materialen tijdens de duur van het gietproces in het eigen rek opslaan. Nadat het afgietproces is afgerond de gebruikte materialen weer mee naar huis nemen.

Keramische producten zijn chemische producten, let op je gezondheid, ga er verantwoord mee om.

Bij onvoorzichtig gebruik kunnen gezondheidsproblemen ontstaan zoals: stoflong, vergiftiging en allergieën. (vaak bij zeer kleine hoeveelheden)

3 belangrijke oorzaken kunnen leiden tot gezondheidsproblemen:

1. Blootstelling aan SILICATEN: stof van klei, bentoniet, kaolien, kwarts
2. Blootstelling aan METALEN: oxides zoals kobalt, koper, chroom, zink…
   Zeer gevaarlijk zijn bv. vanadium en selenium
3. Blootstelling aan DAMPEN

In de praktijk moet vooral opgelet worden bij activiteiten waar FIJN STOF ontstaat:

• bij het afwerken, schuren van werkstukken.
• bij het mengen van grondstoffen voor glazuur en engobes.
• bij het spuiten van glazuur: een stofmasker FFP2 gebruiken.

Zoveel mogelijk nat werken. Het werkmateriaal, de werktafels, de vloer nat reinigen, dus niet vegen! Ook de werkkledij stofvrij houden.

Sommige METAALOXIDES kunnen door de huid opgenomen worden.
Bij het inwassen van oxides altijd handschoenen dragen.
Steeds handen wassen na het werken met glazuren en oxides.

Het is absoluut verboden te eten en te drinken in de werkruimte.

Bij het stoken van glazuur kunnen schadelijke DAMPEN ontstaan. Er moet altijd een goede ventilatie worden voorzien in de stookruimte.

Zelf vervaardigd serviesgoed kan toxische stoffen vrijgeven en is dus niet altijd geschikt voor gebruik. Wil je weten of het glazuur bruikbaar is, kan je een schijfje citroen op de scherf leggen. Als het na 24 uur verkleurd, dan is het NIET geschikt voor voeding.